Aandoening

Cataract of staar is een vertroebeling van de eigen ooglens. De lens bevindt zich achter de pupil. Via de lens wordt het beeld dat we waarnemen op het netvlies geprojecteerd. Bij cataract verouderen de eiwitten in de lens en neemt de transparantie langzaam af. Hierdoor wordt het zicht wazig.

Meestal is dit gewoon een ouderdomsgebonden proces. Soms wordt het geïnduceerd door bepaalde medicatie (bv. corticoïden) of is het zelfs aangeboren (congenitaal cataract).

OnderzoekEN

Met een biomicroscopisch onderzoek worden de lens en het stadium waarin de cataractvorming zich bevindt geëvalueerd.

Als voorbereiding op een ingreep wordt het netvlies goed onderzocht en worden de lengte en de kromming van het oog gemeten aan de hand van een biometrie. Zo kan de sterkte van de implantlens berekend worden.

Behandeling

Er bestaan geen oogdruppels of medicatie om cataract tegen te houden of te genezen. In een beginstadium kan soms nog een aanpassing van de brilcorrectie gebeuren, maar uiteindelijk is heelkundig ingrijpen de enige oplossing voor cataract.

Hierbij wordt de vertroebelde lens chirurgisch verwijderd en vervolgens vervangen door een kunstlens.

PHAKO EMULSIFICATIE
De ingreep wordt uitgevoerd in een zorgvuldig steriel gehouden operatiekwartier onder een operatie microscoop. De operatiezaal bevindt zich op de dienst oogheelkunde, campus AZ Monica Deurne. De operatie gebeurt onder druppelverdoving en is volledig pijnloos. Desgewenst kan een lichte algemene verdoving voorzien worden.

Via een kleine opening in het oog wordt de lens d.m.v. ultrasone trillingen verbrijzeld waarna de lensresten worden weggezogen. Vervolgens wordt een kunstlens in het lenszakje geplaatst.

FLACS ( Femto Laser Assisted Cataract Surgery)
Vóór de cataract ingreep kan hiermee het astigmatisme worden behandeld en het voorste lenskapsel worden geopend.

(Zie : Beter zien zonder bril / Lensvervangende heelkunde)

KEUZE VAN DE IMPLANTLENS
Er bestaan meerdere soorten implantlenzen, elk met hun specifieke eigenschappen,   voor- en nadelen.

Vóór de ingreep bespreekt uw oogarts met u de mogelijkheden.  

UNIFOCAAL

Een unifocale lens is de meest gebruikte lensimplant en zal na een cataractoperatie een goed zicht geven in de verte.

Een computer en leescorrectie met leesbril zijn hierbij waarschijnlijk nog noodzakelijk.

TORISCHE LENS
Een torische lens heeft een speciale kromming (cylinder) om astigmatisme te corrigeren (zie oogaandoening astigmatisme). Hierbij wordt deze lens op de juiste as geplaatst van de krommingsafwijking.

EXTENDED DEPTH OF FOCUS
Deze lens zorgt voor een groter dieptezicht zodat niet enkel een scherp beeld veraf wordt bekomen, maar ook het intermediair of tussenzicht beter zal worden. Zo kunnen de meeste patiënten na de ingreep hun dashboard en gps goed lezen zonder brilcorrectie. Om dichtbij te lezen is nog een leesbril nodig. Niet iedereen komt hiervoor in aanmerking. Uw oogarts kan dit met u bespreken.

MULTIFOCAAL
Een trifocaal lensimplant is een lens die ook een scherp beeld geeft dichtbij. Deze lenzen worden geïmplanteerd in combinatie met een Femto Laser behandeling (zie: Beter zien zonder bril / Lensvervangende heelkunde)

Nazorg

Het verloop na de operatie is zo goed als pijnloos. Meestal mag u onmiddellijk na de ingreep  naar huis.

Na enkele dagen heeft u normaal weer een goed zicht.

De eerste maand gebruikt u regelmatig oogdruppels om het oog te verzorgen.

Wrijf niet in uw oog en druk er niet op. Draag eventueel een zonnebril of een oude bril.

Vermijd activiteiten die druk in de oogbol verhogen, zoals zware voorwerpen opheffen.

Bespreek met uw arts wanneer u weer met de wagen mag rijden. Zo vermijdt u problemen met uw verzekering.

Hevige pijn is steeds een dringende reden om uw oogarts te raadplegen. Bij iedere onduidelijkheid of twijfel over de nabehandeling neemt u steeds contact op met uw oogarts. De gezichtsscherpte zal in de regel enkele dagen na de ingreep reeds beter zijn.

Doorgaans is één maand na de ingreep een laatste controle aangewezen, waarbij de benodigde brilcorrecties aangepast worden en de nabehandeling met oogdruppels kan stopgezet worden. Nadien is een periodieke nacontrole aangewezen.

Risico’s
Tijdens de operatie: soms is het lenszakje niet voldoende stevig om een implantlens te plaatsen of ontstaat er een defect in dit kapsel tijdens de ingreep. In uitzonderlijke gevallen is dan een bijkomende ingreep noodzakelijk.

In zeldzame gevallen zijn volgende complicaties mogelijk: infectie, oedeem of zwelling van het hoornvlies of netvlies, oogdrukstijging, bloeding in het vaatvlies van het oog.

NASTAAR/SECUNDAIR CATARACT
Een frequent verschijnsel na een cataractoperatie is nastaar. Hierbij vertoont het achterste deel van het lenskapsel na enkele maanden tot jaren tekenen van vertroebeling (kapsel fibrose). Gelukkig is dit vrij eenvoudig te behandelen: met een laserbehandeling op de consultatie wordt een opening gemaakt in dit vertroebelde lenskapsel ( YAG laser capsulotomie)

Deze behandeling dient meestal maar éénmalig te gebeuren.

Behandeling van nastaar met Yag laser